Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Festus, willende den Joden [11]gunst bewijzen, antwoordde Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en aldaar [12]voor mij over deze dingen geoordeeld worden? 11. Gelijk ook tevoren Felix deed; hfdst.24 vs.27. 12. Namelijk van den Raad der Joden, in mijne tegenwoordigheid of onder mijn beleid.